‘Tijdens de bevallingen pufte ik heel hard mee’

Gastblog door Anouk van den Berg,
masterstudent Geneeskunde/coassistent

AnoukvandenBerg

De 25-jarige Anouk van den Berg – geboren en getogen op Curaçao – is druk bezig met haar master Geneeskunde aan de Universiteit Leiden. Begin 2023 liep ze 8 weken stage in Suriname voor haar coschap gynaecologie en obstetrie (verloskunde).

In dit blog blikt Anouk terug op deze bijzondere en leerzame ervaring.

Warm gevoel

Als ik denk aan mijn tijd in Suriname krijg ik er een warm gevoel van. Ik heb in totaal 10 weken in Paramaribo vertoefd, en het voelde voor mij al heel snel als een tweede thuis.

De mensen zijn zo warm en ze hebben zoveel levenslust. Naar mijn gevoel meer dan de mensen op Curaçao. En dit zeg ik als een Yu di Kòrsou, dus dat betekent wat.

‘Paramaribo voelde al snel als een tweede thuis’

In het ziekenhuis

Mijn stage begon op 23 januari in het Diakonessenhuis, het ziekenhuis in Paramaribo. En wat vond ik het spannend! Ik was voordat de stage begon al langsgegaan bij het Diakonessenhuis.
Mijn pas werd aangemaakt en ik kreeg een rondleiding en uitleg over de indeling van de stage: eerst drie weken op de afdeling gynaecologie en obstetrie, daarna drie weken op de verloskamers en vervolgens de laatste twee weken op de polikliniek.

‘Stagelopen bij gynaecologie, in de verloskamers en op de polikliniek’

Op de afdeling gynaecologie en obstetrie

Op deze afdeling was het onze taak als coassistent om alle postnatale controles te doen: een kort gesprek over hoe het ging met moeder en kind en een volledig lichamelijk onderzoek van beiden voordat ze naar huis mochten.

Daarnaast was het de bedoeling dat we in de derde week van onze stage visites liepen voor de helft van de opgenomen patiënten. Tijdens de visite evalueren de artsen samen met de verpleegkundigen de patiënten die in het ziekenhuis liggen. Er wordt dan bijvoorbeeld gevraagd hoe het met de patiënt gaat, wat de laatste klachten zijn, wat de laatst bekende labwaarden zijn en of de medicijnen moeten worden aangepast.

Werk aan de winkel

Op basis van die informatie werd een beleid bepaald. Dit kon van alles zijn. Als het goed ging met de patiënt dan kon het zo simpel zijn als ‘beleid: vandaag ontslag en naar huis’. Echter, als het nog niet goed ging met de patiënt, dan was er werk aan de winkel. Dit kon dan onder andere bestaan uit (opnieuw) lichamelijk onderzoeken, medicatie ophogen of afbouwen of opnieuw bloedprikken, om dan weer op basis van de bloedwaarden het beleid aan te passen.

‘Als coassistent draai je gewoon mee op de afdeling’

Taken

Kortom, als de zalen en kamers op de afdeling vol lagen, had je als coassistent al snel veel werk. Afhankelijk van de arts die mij begeleidde kreeg ik dan bepaalde taken.

Dit kon zeer uiteenlopen maar bestond voornamelijk uit het lab (na)bellen, lichamelijk onderzoek verrichten, ontslagbrieven schrijven en de klachten van patiënten die net waren opgenomen volledig in kaart te brengen.

‘Heel leuk en inspannend om zelf bevallingen te mogen begeleiden!’

Op de verloskamers

Daarna was het tijd om naar de verloskamers te gaan. Hier bevielen de zwangeren en was het de taak van de coassistent om de verloskundigen te helpen waar mogelijk. Als je bij een paar bevallingen de verloskundige had geassisteerd, mocht je ook zelf bevallingen begeleiden, uiteraard onder toeziend oog van de verloskundige.

Rood van het meepuffen

Dit vond ik heel leuk en heel inspannend! Nadat ik mijn eerste bevalling had begeleid, zei de verloskundige tegen mij: ‘Anouk, je bent helemaal rood!’, waarop ik antwoordde: ‘Dat komt door het meepuffen!’.

Op de polikliniek

Als je helemaal uitgepuft bent van de verloskamers dan ben je klaar voor de twee weken stage op de polikliniek. Sommige coassistenten kiezen ervoor om een van deze twee weken door te brengen op een medische post in het binnenland. Ik heb hier uiteindelijk niet voor gekozen in verband met de drukte op de polikliniek. Het is de bedoeling dat je hier de nieuwe patiënten in kaart brengt en de patiënten ziet die zijn doorgestuurd door de huisarts en diezelfde dag nog gezien moeten worden.

‘Ik heb een ontzettende leuke tijd gehad in Suriname!’

Waardering

Al met al heb ik een ontzettend leuke tijd gehad in Suriname. Als coassistent in het Diakonessenhuis had ik heel erg het gevoel dat mijn inzet en hulp gewaardeerd werd. Dat maakte het zo ontzettend leuk: het gevoel dat je echt mensen aan het helpen bent.

Buitenlandstage: altijd doen!

Mijn advies voor alle (geneeskunde)studenten: volg stages in het buitenland! Je maakt zoveel nieuwe vrienden, kennissen en collega’s. Je leert een nieuwe cultuur kennen, woorden en zinnen in een nieuwe taal, een nieuwe omgeving.

De ervaringen die je opdoet neemt niemand je ooit meer af. De herinneringen gaan je bijblijven voor het leven.

Anouk is vaste gastblogger op UCC. Lees ook haar andere blogs: Coschappen Nederland,   Toelating Geneeskunde Leiden en Welkom in Leiden.

Voordat Anouk met haar stage begon verkende ze eerst – samen met haar moeder – het mooie Surinaamse binnenland. Lees hieronder hun avonturen!


Mijn stage begon op maandag 23 januari. Ik had de twee weken voordat mijn stage begon vakantie en had besloten om met mijn moeder samen alvast naar Suriname te vliegen. Onder het mom van ‘dan kunnen we de boel daar samen verkennen’. En dat hebben we zeker gedaan!

Het hoogtepunt van onze tijd samen was onze trip naar het binnenland. We verbleven daar in een ‘nature resort’ genaamd ‘Anaula’. Hier werd alles voor ons geregeld, van het eten tot het programma was alles tot in de puntjes verzorgd. We zijn drie dagen in dit resort gebleven en in die tijd hebben we ontzettend veel leuke dingen gedaan. Om daar te komen moesten we met de bus zo’n drie uur vanuit Paramaribo richting Atjoni. Hier namen we een bootje, ook wel korjaal genoemd, en voeren we in zo’n 50 minuten over de Suriname rivier naar Anaula.

De eerste dag hebben we gezwommen bij de Ferulassi stroomversnelling in de Suriname rivier en in de avond hebben we een boottocht gemaakt op zoek naar kaaimannen. Mijn moeder had er eentje gespot die er helaas heel snel vandoor was.

De tweede dag hebben we aan het eind van de ochtend een dorpswandeling gemaakt naar een van de dorpen in de jungle genaamd ‘Nieuw Aurora’. Later op de dag hebben we een wandeling gemaakt door de jungle. Hier kregen we van onze gids allemaal tips en tricks aangeleerd, voor als we ooit zouden verdwalen in de jungle. Tijdens deze wandeling kwamen we veel meer dieren tegen dan de avond ervoor, waaronder tamme aapjes! Na het avondeten werd er een cultureel dansoptreden opgevoerd door de mensen die verderop in het dorp ‘Nieuw Aurora’ woonden.

Op de laatste dag konden we vooral lekker ontspannen aan het zwembad. En natuurlijk heb ik de aapjes in het bos weer opgezocht om afscheid te nemen.